Hoe ontstaat eenzaamheid?
Eenzaamheid kan ontstaan na een grote verandering in je leven. Bijvoorbeeld als je naar een andere stad verhuist, van school wisselt, op kamers gaat, een kindje krijgt, met pensioen gaat, lichamelijk beperkt raakt, een dierbare verliest en ga zo maar door. Er gebeurt iets waardoor je wereld even op zijn kop staat, of dat nu positief of negatief is.
Je weet niet zo goed wat je kunt verwachten en je wordt onzeker en angstig. Je kunt het gevoel hebben er alleen voor te staan. Een eerste maar normale reactie hierop is onder andere je even terugtrekken, zodat je de dingen goed op een rijtje kunt zetten. Je moet een nieuw plan bedenken, je aanpassen aan de nieuwe situatie en weer doorgaan. Wanneer dit niet lukt is de kans groot dat je blijft hangen in dat terugtrekken. Je gaat je dan steeds eenzamer voelen.
Wanneer je door omstandigheden de regie kwijtraakt over je eigen leven, vraagt dat veel van je vermogen om je aan te passen. Je kunt bijvoorbeeld niet meer zelfstandig het huis uit of je hebt veel hulp nodig bij de dagelijkse activiteiten. Contacten verwateren en je hebt geen mogelijkheid om nieuwe contacten op te bouwen. Je wereld kan dan best klein worden.
Er zijn mensen die zeggen dat ze zich altijd al eenzaam hebben gevoeld, zelfs als kind al. Het klopt dat de ene persoon meer aanleg heeft dan de andere om zich eenzaam te gaan voelen. Het is waarschijnlijk dat ook bij deze mensen een grote verandering heeft plaatsgevonden in de jonge jeugd, welke als traumatisch werd ervaren. Dat kan verwaarlozing, misbruik of mishandeling zijn, maar denk ook aan bijvoorbeeld lang alleen gelaten, een operatie of een brandervaring. Het is goed mogelijk dat je je deze ervaringen niet (goed) meer kunt herinneren.
“Zomers, wanneer ik de deuren
en ramen open heb staan, voel
ik me minder eenzaam.
Door alle geluiden voel ik me
meer verbonden met de
buitenwereld.”